vrijdag 16 juli 2010

Zittende vegers en staande proppers

Zittende vegers en staande proppers
Door E. 16 juli 2010 ©


In navolging op mijn column Ga toch zitten (de zittende plasser) leek het mij wel aardig om op deze plaats de andere manier van jezelf ontluchten te beschrijven. Inderdaad, ik heb het hier over poepen. Poepen is een heel normaal woord en iedereen doet het. Er wordt echter niet vaak terloops tegen iemand verteld dat er even gepoept moet worden. Het woord poepen roept bij vele personen een bepaald gevoel van schaamte op. In plaats daarvan gebruiken we humor en zeggen bijvoorbeeld: even een zak tuinaarde openscheuren, de wc-eend voeren of een laxatierapport opstellen. Iedereen poept en (vrijwel) iedereen maakt daarna de bilpartij weer schoon. Waar mensen al helemaal niet over praten is dé manier van reiniging. En daar ga ik het juist wèl over hebben.

In den beginne dacht ik dat wij mensen eensgezind waren en dat iedereen op dezelfde manier (mijn manier dus) veegde. Ik zal maar met de billen bloot gaan en mijn manier als eerste uit de doeken doen. Als ik klaar ben stapel ik een aantal velletjes ter voorkoming van doorscheuring. Ik blijf met mijn linkerbil op de pot zitten en lift mijn rechterbil. Dan haal ik met mijn rechterhand het wc-papier van voor naar achter langs mijn poeperd, waarna ik even op het papier kijk om te zien wat er achterblijft. Daarna vouw ik hetzelfde papiertje dubbel en herhaalt dit proces zich, totdat ik mij ervan heb vergewist dat de billetjes goed proper zijn.

Dit is natuurlijk niet echt een onderwerp van gesprek tijdens verjaardagen. Dat was ook niet nodig, omdat in mijn optiek mijn manier de enige en juiste was. Totdat ik tijdens mijn verjaardag (ik werd 14 denk ik) geconfronteerd werd met een poepend vriendje. In mijn ouderlijk huis had de toiletdeur een raampje op stahoogte. Niet zo’n raam waar je doorheen kan kijken, maar een raam waardoor wel de contouren goed waarbaar waren. Ik zag mijn vriendje staan, maar wel met zijn gezicht in de verkeerde richting. Ik vertelde hem in paniek dat ie zich moest omdraaien omdat ie anders tegen de muur zou plassen. Hij riep echter dat hij zijn billen aan het afvegen was. Ik was geschokt en tegelijkertijd verbaasd. Al staande de billen afvegen? Er ging een wereld voor mij open. Sindsdien heb ik mij veel meer in deze materie verdiept. Het is mij vele jaren later gelukt om diverse personen over dit onderwerp te bevragen, waarna de uitkomst onderling uitgebreid is besproken. Verbazing alom bij de deelnemers. Iedereen dacht namelijk dé enige en juiste manier van reiniging te hanteren.

De uitkomst wil ik u uiteraard niet onthouden. Uit het voorgaande kan al geconcludeerd worden dat ik behoor tot de categorie van de zittende veger. Maar mijn vriendje is dus een staande veger. De staande veger heeft zich deze manier toegeëigend omdat zittend vegen veelal tot een traumatische gebeurtenis heeft geleid. Zo wil het zitten – althans volgens (bepaalde) staande vegers (en proppers, maar daarover later meer) – weleens leiden tot bepaalde inglijtaferelen. De zittende bil – die tijdens het vegen het gehele lichaamsgewicht moet dragen – kan dan door gladheid de pot inglijden, met alle gevolgen van dien (klem komen te zitten, kramp of vervelende spierblessures). Het is door mij niet onderzocht en het wordt waarschijnlijk ook niet aan de behandelend artsen meegedeeld, maar ik kan mij zo voorstellen dat er bij de SEH af en toe personen komen met een dergelijke inglijblessure. Geluk bij een ongeluk is dat deze blessure in het algemeen eenmalig is, omdat daarna direct wordt overgegaan tot staande opschoning van de bilpartij.

Ik ben naast een zittende veger ook een hergebruiker. Na het vegen vouw ik dubbel (opletten dat de goede kant wordt opgevouwen) en hergebruik ik. Zelf hergebruik ik eenmalig, maar er zijn er die vaker hergebruiken. Ik ben dus een zittende vegende hergebruiker. Er zijn vegers die niet hergebruiken, en daar valt natuurlijk ook wat voor te zeggen. Naast vegers heb je proppers. Dit zijn personen die van het toiletpapier een prop maken en deze tegen de anus en billen aanduwen. Proppers zijn per definitie geen hergebruikers. Het hergebruiken van een prop is namelijk een te complex geheel en vergt goed wiskundig inzicht. In de categorie proppers is er weer het onderscheid te maken tussen zittende en staande proppers.

Onder zowel vegers als proppers zijn er weer bepaalde subcategorieën te vinden. Zelf kijk ik na het vegen even naar het wc-papier. Zo constateer ik of ik nogmaals moet vegen of dat de billen wat bij betreft voldoende zijn afgenomen. Maar er zijn ook proppers en vegers die niet kijken. Die mensen vegen en proppen stug door, waarbij het risico op overmatig doorpoetsen bestaat. Dit kan leiden tot (soms bloedende) anusirritatie. De andere kant van het verhaal kan zijn dat de billen soms juist een te geringe reiniging hebben ondergaan. Ik ben dus een zittende vegende kijkende hergebruiker.

Naast het afnemen door middel van vegen en proppen bestaat er nog een uitzonderlijke manier van toiletpapierhantering (althans, in mijn onderzoek). Zo ken ik iemand die zijn duim omwikkelt met voldoende wc-papier en daarna de duim de in de anus duwt. Daarna wordt er naar de duim gekeken en herhaalt dit ritueel zich met schoon papier, net zolang totdat er geen poep meer waarneembaar is. Het gaat hier om de zittende kijkende anusinduwer. De persoon in kwestie was tijdens mijn onderzoek de enige die zich op deze manier opschoonde. Ik weet dus niet of er ook staande anusinduwers zijn, maar ik wil niets uitsluiten. Er bestaan daarnaast personen die er na een grote beurt een gehele rol doorheen jagen. Het gebruik van de papierhoeveelheid per beurt is echter onderwerp van lopend onderzoek.

Tenslotte zijn er in de diverse (sub)categorieën nog spuwers waarneembaar. Die personen spuwen voor het vegen of proppen op het wc-papier. Het papier wordt dan vochtig waarbij de indruk bestaat dat de bilpartij door speekselgebruik beter opgepoetst wordt. Nu heeft speeksel – zolang het zich in de mond bevindt – wel degelijk een reinigende werking. Ik vraag mij af of deze reinigde werking ook van kracht is zodra het spuug in aanraking met de anus komt.

Bij gezinsleden onderling kan er ook verschil bestaan. De manier van vegen lijkt dus niet opvoedkundig bepaald. Iedereen leert zichzelf een bepaalde manier van reiniging aan. Ik beoordeel de mensen in ieder geval niet op de manier waarop de billen worden opgeschoond. Ik weet namelijk wel beter (en u nu ook). Poets op de manier waarbij jij je goed voelt. Er is namelijk geen goed en fout, geen normaal en abnormaal.


E. – een zittende vegende kijkende niet-spuwende hergebruiker

4 opmerkingen:

  1. Mooi verhaal, wie was dat poepende "staande" vriendje?

    gr. LikLik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat LikLik dat zelf wel weet. Toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste E,

    schitterend verhaal en mooi verwoord. Ik was al in afwachting van dit onderwerp, aangezien het regelmatig onderwerp van gesprek is geweest.

    Ik heb ook wel eens een mythe gehoord over het opmeten van de ontlasting. En dan met name over het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke diameter.

    Heeft u deze mythe ook wel eens gehoord?

    Mvg RdM.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. IThinkIPoopedMyself18 mei 2015 om 23:12

    Prachtig stukje!
    Ik dank u voor het plezier, wat u mij gaf tijdens het lezen van deze passage!

    Bedankt,

    BeantwoordenVerwijderen