donderdag 13 januari 2011

Varen, varen om te gaan baren

Varen, varen om te gaan baren
Door E. 13 januari 2010 ©


De vrouwelijke inwoners van het Waddeneiland Terschelling mogen niet meer op hun schone eiland bevallen. Onlangs heeft VVD-minister Schipper - kort gezegd - een bevallingsverbod op het eiland ingesteld. Het is dus verboden te baren zonder te varen. Op straffe waarvan eigenlijk? Een geldboete? Een seksverbod? En hoe dat te handhaven? Naast de dierenpolitie ook de bevallingspolitie? Komen er verbodsborden en hoe zien die eruit?

Het verbod is ingesteld, omdat er op het eiland geen ziekenhuis aanwezig is. Mochten er bij een thuisbevalling complicaties optreden, dan duurt de reis naar een ziekenhuis te lang. Schipper probeert hiermee babysterfte tegen te gaan, hetgeen op zich een mooi streven is, maar waar blijft dan het recht van de vrouw om thuis te mogen bevallen? Nog geen twee maanden geleden heeft het Europees Hof geoordeeld over de thuisbevalling van een Hongaarse vrouw. Dit was haar bij wet niet toegestaan. De uitspreek van het Europees Hof komt erop neer dat zwangere vrouwen zelf mogen bepalen of ze thuis willen bevallen of niet. De overheid heeft dan de verplichting om zorg te dragen voor adequate hulpverlening.

Hoe komt minister Edith Schipper zo kort na die uitspraak dan toch op het idee om een verbod hier in Nederland wel toe te passen? Voor oudere vrouwen, vrouwen met zwangerschapsdiabetes of -vergiftiging et cetera is dat natuurlijk een ander verhaal. Die moeten naar het ziekenhuis. Soms is er helaas geen keuze. Maar voor jonge gezonde vrouwen is dat toch een ander verhaal. Uitsluitend vanwege het feit dat het ziekenhuis op gepaste afstand van het eiland is gelegen, wordt de keuze voor deze vrouwen ontnomen.

Naast het recht op thuisbevalling is er ook nog de kwestie van de geboorteplaats. Er zijn mensen die dat niets uitmaakt (als het maar gezond is...), maar er zijn evenzoveel mensen bij wie het wel degelijk (ook) ter zake doet waar het kind geboren wordt. En ik hoor bij die laatste groep mensen. Ik vind het wel belangrijk dat er Rotterdam in het paspoort van mijn zoon of dochter komt te staan (dat zal geen probleem zijn). Terschelling zal als het aan Schippers ligt uit de paspoorten verdwijnen. En er zijn Terschellingers die dat zeer vervelend vinden. De geboren Terschellinger is vanaf nu immers een uitstervend ras. En er doen volgens een Terschellingse kraamverzorgster al verhalen de rondte dat toekomstige moeders opzettelijk laat aan de bel gaan trekken, om toch een geboren eilander te kunnen verwekken. En dan bereikt Schippers met die nieuwe maatregel juist het tegenovergestelde effect.

Een goed voorbeeld is de gemeente Vlaardingen. Nadat een Vlaardings ziekenhuis met een Schiedams ziekenhuis was samengegaan verrees er in 2008 uiteindelijk een gloednieuw en groot ziekenhuis in de buurgemeente Schiedam. Het ziekenhuis staat weliswaar op de rand van Vlaardingen, maar Vlaardingen is sindsdien wel een ziekenhuisloze gemeente. In een jaar tijd werden er in de gemeente Vlaardingen slechts 114 kinderen geboren (thuisbevallingen, want daar is het wel toegestaan) tegen 662 jonge Vlaardingers die het levenslicht in het Schiedamse ziekenhuis zagen en daarom van geboorte dus ook Schiedammers zijn. En daar waren niet alle Vlaardingse ouders van gediend.

De Vlaardingse PvdA wilde daarom twee kraamkamers van het Schiedamse ziekenhuis tot Vlaardings grondgebied verklaren; een zogenoemde kraamenclave. Kinderen die daar geboren worden zouden dan toch de geboorteplaats ‘Vlaardingen' in hun paspoort kunnen laten noteren, ook al komen ze ter wereld in Schiedam. Het ziekenhuis wilde daaraan wel haar medewerking verlenen, maar daar werd door burgemeester mevrouw Verver-Aartsen van Schiedam een stokje voor gestoken.

Hoezeer ik de keuze van mevrouw Schipper kan begrijpen, moet het toch eens een keertje afgelopen zijn met die eeuwige betutteling en bemoeizucht van onze overheid. Laat de keuze (en de verantwoording) aan de zwangere vrouw. Zij is immers oud en wijs genoeg.


E.

donderdag 6 januari 2011

Mannen, seks en triootjes

Mannen, seks en triootjes
Door E. 6 januari 2010 ©


In pornofilms gebeurt het met regelmaat: seks met nonnen. Of met volwassen meisjes in katholieke schooluniformen met van die hoge kousen. Of met verpleegsters. Zijn er mannen die daar niet over fantaseren, of op zijn minst wel eens over dromen? Of wellicht over seks met twee nonnen, schoolmeisjes of verpleegsters? Seks met een mooie tweeling? Wie wil niet die armzalige pizzakoerier zijn, die door twee lekkere dames uit elkaar wordt getrokken. Kortom: mannen die een trio willen.

Fantaseer ik over meerdere nonnen, dames in schooluniformen en verpleegsters? Nee. Zou ik die pizzakoerier willen zijn? Natuurlijk niet. Ik ben een echte man, dus ik fantaseer sowieso niet over seks met meerdere vrouwen. Ik? Ik fantaseer alleen over mijn eigen vriendin (geloofwaardig?). Ik heb mijn handen al vol aan een vrouw. Ik heb sowieso maar één fallus. Moet ik mijn tijd tussen beide vulva's verdelen? Grote kans dat beide dames teleurgesteld zullen afhaken. Raak ik meer verzadigd als ik bij twee dames in de suikerpot roer? Ik denk het niet. Als ik de binnenkant van de navel van één dame kietel, dan geeft mij dat uiteindelijk hetzelfde gelukzalige gevoel.

Twee mannen en een vrouw. Da's ook een trio. De vrouw zal wellicht meer aan haar trekken komen. Maar zou mijn erecte fallus niet meteen al zijn bloed verliezen bij het aanschouwen van andermans zwellichaam? Ogen dicht dan maar? Dat lijkt me niet al te praktisch. Weliswaar uitvoerbaar, maar toch lastig. Sowieso zou ik een nakende man in de nabijheid van mijn vriendin niet kunnen tolereren. Twee dames die gelijktijdig fellatio op mijn mannelijkheid plegen? De ene doet mijn penis in haar mond terwijl de andere mijn testikels masseert en aflikt, net zolang totdat de bus zijn slagroom spuit. Dat dan weer wel, maar het zal natuurlijk nooit gebeuren. Rare wezens, die mannen.

Mannen en seks. Een raar fenomeen. Mannen denken dus continu aan seks. Seks, seks, seks. Tijdens het schrijven van deze column is het fenomeen geslachtsgemeenschap wellicht ook één of twee keer in mijn gedachten voorbijgeschoten. Een man zou gemiddeld eens in de 52 seconden aan seks denken (de column is schijnbaar héél snel geschreven). Een man hoeft maar met een leuk meisje te spreken en hij denkt eraan hoe hij haar het bed in krijgt. Kijkt hij in een etalageruit, dan denkt hij op een gegeven moment weer aan seks. Wordt een man voorgesteld aan zijn nieuwe schoonouders, dan denkt hij luttele seconden later weer aan seks. Zelfs tijdens voetbal (kijken of beoefenen) wordt er door de man dus aan seks gedacht. Rare wezens, die mannen. Meer specifiek: de hersenen van mannen.

Waarom denken mannen dan zo vaak aan seks? Natuurlijk, het is telkens maar een snelle en vluchtige gedachte, maar toch. Ik zou het niet eens kunnen: net zo veel seks hebben als dat ik eraan denk. Het is, zo wordt gezegd, genetisch bepaald. Het heeft te maken met de enorme voortplantingsdrift van mannen. Een drang die dus ook bestaat onder de mannen die zich in het geheel niet willen voortplanten. En onder homofielen. Gek toch?

Een trio? Van mij hoeft het niet, maar ik krijg die gedachte - die soms uit het niets opduikt - niet uit mijn hoofd. Zal ik ooit eens in een trio belanden? Ik denk het niet. Verder dan seks met mijn eigen vriendin, terwijl ik af en toe aan een andere vrouw denk, zal het niet gaan. Zeg maar een soort van 'stiekem triootje'. En daar ben ik eigenlijk meer dan tevreden mee, want zo werkt het in een monogame relatie. In ieder geval voor veel mannen.


E.

dinsdag 4 januari 2011

Coen Moulijn, de fabelachtige flankspeler

Coen Moulijn, de fabelachtige flankspeler
Door E. 4 januari 2011 ©


Coen Moulijn werd op 15 februari 1937 in de Bloklandstraat 14 te Rotterdam geboren. Ruim 41 jaar later werd ondergetekende geboren op nog geen steenworp afstand van de Bloklandstraat. Vannacht - op 4 januari 2011 - is de heer Moulijn in zijn geliefde Rotterdam overleden aan de gevolgen van een herseninfarct die hij op nieuwjaarsdag had opgelopen. Hij werd 73 jaar en groeide op in een echte Rotterdamse voetbalwijk. Een arbeiderswijk die in die tijd ook voetballers voortbracht als Faas Wilkes en Wim Jansen.

Het genoegen de heer Moulijn live te zien voetballen heeft mij derhalve niet gesmaakt. Dat ik hem live nooit heb zien voetballen, doet niets af aan de grootse prestaties die deze man heeft neergezet. Veel van mijn herinneringen zijn daarom ‘van horen zeggen'. Misschien maakt dat de onnavolgbare dribbelaar voor mij nog meer legendarisch dan hij al is. En natuurlijk is er voor de liefhebber op sites zoals YouTube nog genoeg archiefmateriaal te vinden.

Coen Moulijn was een lichtvoetige linksbuiten zoals we ze nog maar zelden zien. Hij was in heel Europa befaamd om zijn passeerbeweging buitenom zijn tegenstanders. Altijd weer diezelfde beweging, die altijd maar weer lukte. De directe tegenstander wist dat hij door de balvirtuoos aan zijn rechterzijde gepasseerd zou worden, maar afstoppen was onmogelijk. Er bestond namelijk altijd nog de mogelijkheid dat hij binnendoor schoot à la Robben. Beter gezegd: Robben passeert nu à la Coen Moulijn. Een groot verschil tussen Robben en Moulijn is, dat laatstgenoemde bijna altijd een perfecte voorzet afleverde.

Mede door de bemoeienissen van de man met de karakteristieke dribbel won Feyenoord vijf landstitels, de Europacup 1 en de wereldbeker. Coen Moulijn, op sommige lijstjes de beste voetballer die ons land ooit heeft voortgebracht, is sowieso de beste linksbuiten die ons land ooit heeft gekend. Helaas heeft hij nooit een WK kunnen voetballen. Met 487 competitiewedstrijden voor het eerste van Feyenoord, is Coen Moulijn koploper en de verwachting is niet dat dit aantal ooit geëvenaard zal worden. Hij speelde - na een jaar voor Xerxes te zijn uitgekomen - van 1955 tot en met 1972 voor Feyenoord en is daarom met recht Mister Feyenoord. Mede onder zijn leiding groeide Feyenoord in die periode uit van een nationale topper, tot een club waar elftallen als Real Madrid en AC Milan meer dan beducht voor waren. Bij mijn weten is er zelfs nog nooit iemand op deze aardbol geweest die bij Feyenoord meer dan vijf landstitels bij elkaar heeft gevoetbald. Wie gaat hem dat nog nadoen?

Al in 1959 informeerde Barcelona naar de diensten van Coen Moulijn, maar voorzitter Cor Kieboom wilde hem niet verkopen. Vervelend voor Moulijn, maar tegelijk het beste dat Feyenoord ooit kon overkomen. Bij Barcelona had de vleugelartiest een fortuin kunnen vergaren, maar zou Feyenoord nooit zo veel succes hebben geboekt. Bij Feyenoord werd destijds weinig betaald, maar met een verbeterd contract op zak kon de heer Moulijn op Rotterdam-Zuid in de beginjaren ‘60 al een kledingwinkel (dames- en herenmode) beginnen, waarin hij tot op het laatste moment nog werkzaam was. Een gevleugelde uitspraak in die tijd was dat De Kuip al zou volstromen als Coen en Cor op de middenstip een potje zouden gaan klaverjassen.

Neerlands meest elegante linksbuiten, erelid van Feyenoord en ridder in de Orde van Oranje-Nassau, stond privé bekend als een zeer goedaardige en bescheiden man, die ook de nodige tegenslagen te verwerken heeft gehad. Een echtscheiding, een doodgeboren zoon en een gehandicapte zoon zijn daarvan slechts enkele voorbeelden. Vijf jaar geleden heeft Coen Moulijn nog een nier aan zijn zoon afgestaan, die helaas werd afgestoten. In augustus 2009 overleed zijn enige zoon op 47-jarige leeftijd. Oud-Feyenoorder en boezemvriend Guus Haak zei dat Coen Moulijn sindsdien zijn levenslust is kwijtgeraakt.

Het clubicoon werd gelukkig nog bij leven geëerd met een vuistdikke biografie en een levensgroot in brons gegoten standbeeld. Alhoewel Coen Moulijn is overleden, zal de fabelachtige flankspeler van weleer in menig herinnering blijven voortleven.


E.