Door E. 1 augustus 2010 ©
(Ook geplaatst op www.fok.nl)
Mijn straat is twee jaar opgebroken geweest. De bestrating die er lag was mooi. Vond ik. Er lagen van die kekke kinderkopjes. Die zijn nu vervangen door huis-tuin-en-keuken-stenen, van die 13-in-een-dozijnbestrating. Jammer, want ik heb het huis mede gekocht vanwege de bestrating. De straat deed door de steentjes heel authentiek aan. Het paste ook bij de huizen die eind 1920 zijn gebouwd.
Bijna twee jaar kon ik mijn straat niet inrijden. Ik ben in de straat de enige particulier met een oprit(je). Na de oprit volgen natuurlijk enkele loodzware houten garagedeuren. Ik kan de auto niet in de garage zetten, daar is ie te klein voor, maar ik plaats hem altijd op mijn oprit. Altijd plek voor de deur, en dat is wel zo fijn als je woont in Rotterdam. Ik zag buren ’s avonds uit het werk komen en uren rondjes rijden in de hoop uiteindelijk een plekje voor de deur te kunnen bemachtigen. En elke ochtend weer zoeken naar die auto. Waar stond ie ook alweer geparkeerd. Altijd de verkeerde richting oplopen, omdat de auto daar eergisteren stond geparkeerd. Hilarisch. Een beetje leedvermaak van mijn kant omdat ik als enige altijd een plekje voor de deur heb.
Het begon twee jaar geleden. Mijn straat werd opgebroken omdat de hoofdriolering werd vervangen. Dit natuurlijk op kosten van de gemeente. Het stukje riolering dat van de hoofdriolering naar mijn huis loopt moest echter op mijn kosten worden vervangen. En omdat je in eigen huis toch naar het toilet wil gaan, dat zeg ik fout: omdat je toch wilt dat het spul doorspoelt na het doortrekken – en niet in de kruipruimte verdwijnt – heb ik maar in de buidel getast. Het was schijnbaar een hele operatie, want het heeft bij elkaar zo’n zeven maanden geduurd. Op den duur lag er meer zand in mijn hal en huiskamer dan er onder de bestrating moet hebben gelegen.
Eindelijk, de straat is weer dicht. De mooie oude kinderkopjes liggen weer gesloten aan elkaar. Veel minder stofzuigen. De straat oogt wat rommeliger – ik had het idee dat de stratenmakers het met de nauwkeurigheid niet zo nauw namen. Maar ach, ik kan weer voor de deur parkeren. Dit feest duurde een week of vijf. Op een avond na thuiskomst zie ik dat mijn straat weer wordt opgebroken. Dit keer omdat de gasleidingen worden vervangen. Deze waren verouderd. Met een touwverbinding werden de koppelingen van de leidingen lekvrij gehouden. Deze manier bleek verouderd, dus moest alles eruit. Ik heb gevraagd waarom de leidingen niet werden vervangen toen de straat in verband met de riolering al open lag. Het antwoord van de betreffende voorman: “Tja meneertje (ik ben 1.93 meter), dat heeft te maken met planning, planning en nog ‘ns planning”. Wat moet je daar nou op zeggen? Het lijkt mij dan dat de planners hun werk niet goed doen. Weer de straat open, niet kunnen parkeren en mijn hele huis vol met zand. Weer zeven maanden ergernis en een fortuin armer, maar een gros aan stofzuigerzakken rijker. Het is voor een goed doel denk ik dan. En dat doel ben ik natuurlijk zelf. Straks naast een nieuwe riolering, nieuwe en veiligere gasleidingen onder de straat. Fijn. Nog even zeven maanden doorbijten.
De straat is weer dicht en oogt nog minder netjes bestraat dan na de aanleg van de riolering het geval was. Maar goed… Ik kan weer parkeren. Helaas weer van korte duur. De gemeente dacht waarschijnlijk nieuwe riolering, nieuwe gasleiding, waarom geen nieuwe bestrating? En inderdaad, enkele weken nadat de straat weer dicht was, begon men weer van voren af aan. Natuurlijk lag de straat iets lager dan voorheen, want ik heb in mijn woonkamer alleen al zo’n zeven kuub zand opgezogen. Dus naast nieuwe bestrating werd de straat gelijk opgehoogd. Dat vond ik al een hele geruststellende gedachte en een goede ambtelijke beslissing. Als er in dezelfde lijn was doorgegaan was het natuurlijk eerst zeven maanden bestraten en nadien nog eens zeven maanden ophogen (of andersom). Sinds enkele dagen kan ik weer door mijn straat rijden – over die afzichtelijke stenen. Natuurlijk is niet alles goed gegaan. Er is teveel opgehoogd, waardoor ik nu enkele buren over de tegels zie struikelen als zij ’s ochtends naar buiten lopen – op zoek naar hun auto’s.
Straat weer dicht, maar ik mag niet meer voor de deur parkeren. Mijn aflopende trottoirband is vervangen door een normale opstaande band. Ik heb het ze zelf zien aanleggen. Ik heb de voorman aan zijn oranje hesje getrokken en hem verteld dat er een aflopende band moet komen. “Kijk, meneertje de voorman”, zeg ik, “er staan garagedeuren, dus moet er een aflopende trottoirband komen.” Het stond niet op de tekening dus niets aan te doen… De kleine garagehouder op de hoek van de straat heeft hetzelfde probleem. De ter reparatie aangeboden auto’s mag hij eigenlijk zijn garage niet inrijden. De huizen en de garage staan er al ruim 80 jaar en het is nooit anders geweest…
Over vier dagen komen er drie (!) ambtenaren langs met een fototoestel om te beoordelen of de trottoirbanden daadwerkelijk door aflopende banden vervangen moeten worden. Een dag eerder (?) gaan ze bij mijn garagehoudende buurman kijken… Het zal mij niets verbazen als de straat weer zeven maanden overhoop ligt. Maar dan is het natuurlijk mijn eigen schuld. Moet ik maar niet zo zeuren…
E.
Mooi verwoord op een redelijk kalme toon... maar waar je eigenlijk gek van wordt!
BeantwoordenVerwijderenDit is nou eens een schoolvoorbeeld waarop het nieuwe kabinet zou kunnen bezuinigen, want dit soort ambtenarij staat niet op zich.
MvG,
RdM